Reglementen FNMB

Hoofdstuk X  -  Reglement reservespeler1

laatstelijk bijgewerkt op 9 Maart 2008


Voor internationale evenementen heeft de WMF dit reglement aangepast indien met een wisselspeler wordt gespeeld. De wedstrijdcommissie heeft vooralsnog besloten om dit reglement niet op te nemen voor nationale evenementen. Daar er in Nederland bij internationale toernooien tot dusver niet met een wisselspeler wordt gespeeld zal dit geen problemen geven. Verenigingen welke met een team deelnemen aan een toernooi waar wel met een wisselspeler wordt gespeeld zullen moeten voldoen aan het WMF reglement.

  1. Per team is per wedstrijd één reservespeler toegestaan, die vóór aanvang van de wedstrijd bekend gemaakt moet worden. De reservespeler mag te allen tijde voor een vaste teamspeler invallen. Een vervanging is maar één keer mogelijk. Vóór aanvang van de wedstrijd moet de reservespeler vermeld worden op het wedstrijd-formulier2.
  2. Een speler kan per wedstrijd slechts voor één team reservespeler zijn.
  3. Reservespelers mogen niet tegelijkertijd lid zijn van en/of spelen voor een ander team.
  4. De meespelende reservespeler(s) start(en) in een aparte spelersgroep na de teamspelers, anders is invallen uitgesloten. Eventueel wordt een reservespeler aan de laatste spelersgroep toegevoegd.
  5. Een vervanging moet vooraf aan een lid van de scheidsrechters-commissie, en door deze aan de wedstrijdleiding worden gemeld. De vervanging dient op de scorekaarten aangegeven te worden.
  6. De vervanging wordt door de wedstrijdleiding bekend gemaakt.
  7. Een vervangen teamspeler mag voor de persoonlijke score verder spelen.
  8. Voor het team geldt de behaalde score van de vervangen teamspeler tot aan de vervanging. Daarbij komt de score van de reservespeler vanaf de inwisseling. Neemt de reservespeler niet aan de wedstrijd deel, dan neemt hij de plaats van de vervangen speler in. Bij kompetitie-wedstrijden dient de reservespeler zo snel mogelijk, in ieder geval na afloop van de ronde, de plaats in te nemen van de vervangen teamspeler; de vervangen teamspeler kan verder spelen op de plaats van de reservespeler².
  9. Wordt een teamspeler vervangen op het moment dat de bal niet meer vanaf de afslag gespeeld kan worden (grenslijn is reeds gepasseerd), dan moet de reservespeler toch vanaf de afslag (Cobigolf: vanaf de eerste afslag) verder spelen met doorberekening van het aantal slagen dat de teamspeler op de desbetreffende baan tot aan het moment van zijn vervanging behaald heeft.
  10. Verklaringen en uitvoeringsbepalingen
    1. Vervangen is maar éénmaal mogelijk! Als na de vervanging een teamspeler zich blesseert of om andere redenen moet uitvallen, dan mag niet nogmaals vervangen worden.
      1. Bij diskwalificatie van een teamspeler mag de reservespeler niet voor de gediskwalificeerde invallen.
    2. Een vervanging dient te worden aangetekend:
      1. op het wedstrijd-formulier (zie Art.X.10.12),
      2. op de scorekaart van de vervangen speler volgens voorbeeld (zie Art.X.10.13),
      3. op de scorekaart van de ingevallen speler volgens voorbeeld (zie Art.X.10.14).
    3. Een vervangen teamspeler mag stoppen en de wedstrijd met de vervanging beëindigen.
    4. Organisaties (verenigingen of bonden) die reservespelers aanwijzen, moeten tegelijkertijd een persoon benoemen die de vervanging mag uitvoeren.
    5. Het gestelde in Art.X.10.3 geldt alleen wanneer de reservespeler voor de wedstrijd is aangemeld.
    6. Wanneer de vervanging niet door de teamleider, maar door een teamspeler zelf gewenst wordt, dan kan deze speler dat melden aan een lid van de scheidsrechters-commissie. Deze bepaalt dan met de door de vereniging dan wel bond benoemde persoon (zie Art.X.10.4) de vervanging. In alle andere gevallen kan een vervanging alleen door de door de organisatie benoemde persoon en alleen in overleg met deze uitgevoerd worden.
    7. Een reservespeler moet ervan op de hoogte gesteld worden, wanneer hij invalt.
    8. Verklaring m.b.t. Art.X.1: het begrip 'te allen tijde' betekent, dat een vervanging tot aan het einde van de wedstrijd kan plaatsvinden, dus ook tijdens een barrage tussen teams.
    9. De leden van de scheidsrechters-commissie dienen de wedstrijdleiding direct te melden, wanneer een speler vervangen wordt, en op welke baan dit plaatsvindt.
    10. De reservespeler is vrij in de balkeuze, ook op de baan die de vervangen teamspeler niet heeft beëindigd.
    11. Bij vervanging zijn de volgende mogelijkheden denkbaar, die als volgt worden uitgevoerd:
      1. de vervangen teamspeler speelt verder, de ingevallen reservespeler nam tot aan de vervanging niet aan de wedstrijd deel: de reservespeler wordt aan de spelersgroep toegevoegd, die zo nodig tegelijkertijd in twee spelersgroepen van twee personen wordt gesplitst.
      2. de vervangen teamspeler speelt verder, de ingevallen reservespeler nam reeds deel aan de wedstrijd: 'de spelersgroep van de vervangen teamspeler en die van de ingevallen reserve-speler spelen verder in de huidige samenstelling tot de afsluiting van een wedstrijddeel (bijv. algemene (middag)pauze, verandering van wedstrijdterrein, nieuwe wedstrijddag), daarna neemt de reservespeler in de spelersgroep van de vervangen teamspeler, en de vervangen teamspeler in de spelersgroep van de reservespeler plaats; deze omzetting dient zo snel mogelijk plaats te vinden'. Deze omzetting vindt direct plaats, wanneer de verandering tijdens een algemene pauze voor alle deelnemers van een toernooigroep (zoals boven omschreven) plaats kan vinden.
      3. de vervangen teamspeler beëindigt de wedstrijd met zijn vervanging, de reservespeler nam niet deel aan de wedstrijd: 'de reservespeler speelt in de plaats van de vervangen teamspeler verder'.
      4. de vervangen teamspeler beëindigt de wedstrijd met zijn vervanging, de reservespeler nam reeds deel aan de wedstrijd: 'de spelersgroep van de vervangen teamspeler speelt met zijn tweeën verder, of wordt toegevoegd aan de achterop komende spelersgroep, die dan zo nodig in twee groepen van twee spelers gesplitst wordt; de ingevallen reservespeler speelt verder in de spelersgroep waarin hij al voor zijn vervanging speelde'.
    12. Voorbeeld bij Art.X.10.2.1 van een deel van een wedstrijd-formulier waar een reservespeler is ingevallen.
      1. De score van de reservespeler wordt in dezelfde regel genoteerd (als teamspeler) waar ook de score van de vervangen teamspeler werd genoteerd.
      2. Voor de ronde waarin de vervanging plaatsvond, wordt de score van de teamspeler (tot aan de vervanging) en van de ingevallen reservespeler (vanaf de vervanging) genoteerd.
      3. De persoonlijke score van de reservespeler blijft in die regel genoteerd, waar hij oorspronkelijk geplaatst is. Eventueel is de persoonlijke score van de vervangen teamspeler in een nieuwe regel bij te houden (dit geldt alleen als de persoonlijke score van de speler(s) in de uitslagenlijst voorkomen).
                        
        Figuur 10.1        Invallen
      4. Verklaring bij het voorbeeld (Fig.10.1): teamspeler Visser werd in de derde ronde door de reservespeler Put vervangen. Tot zijn vervanging op baan zeven haalde Visser in de derde ronde 19 slagen. De reservespeler Put behaalde vanaf zijn invallen op baan zeven 17 slagen.
        Voor de persoonlijke scores: Visser beëindigde de derde ronde met een score van 39. Put behaalde in de derde ronde een score van 26.
    13. Voorbeeld bij Art.X.10.2.2: scorekaart van de vervangen teamspeler.
      Verklaring bij het voorbeeld (Fig.10.2): teamspeler Visser is op baan zeven in de derde ronde vervangen, nadat hij 3 slagen voor het team behaalde. Er dient op de scorekaart het volgende aangetekend te worden:
      • een grote V voor vervangen
      • op welke baan en in welke ronde de vervanging plaatsvond
      • hoeveel slagen de speler op het moment van zijn vervanging eventueel reeds op de desbetreffende baan behaald had
      • de scorekaart moet door een lid van de scheidsrechters-commissie (scheidsrechter of hoofdscheidsrechter) afgetekend worden.
        Visser speelde verder. Op baan zeven in de derde ronde scoorde hij een vijf. Zijn score in de derde ronde was 39.



      Figuur 10.2        Vervanging

    14. Voorbeeld bij Art.X.10.2.3: scorekaart van de ingevallen reservespeler.
      Verklaring bij het voorbeeld (Fig.10.3): reservespeler Put is op baan zeven in de derde ronde voor de teamspeler Visser ingevallen. Put scoorde op baan zeven een één. Hiermee is de teamscore op baan 7: 3 slagen van Visser + 1 slag van Put = 4 slagen.
      In de telling totaal behaald:
      3e ronde Visser t/m baan 7    = 19 slagen
      3e ronde Put vanaf baan 7    = 17 slagen
      Score voor het team    = 36 slagen
      Op de scorekaart van de ingevallen reservespeler Put dient het volgende aangetekend te worden:
      • een grote I voor ingevallen,
      • op welke baan en in welke ronde het invallen plaatsvond,
      • de scorekaart moet door een lid van de scheidsrechters-commissie afgetekend worden.



      Figuur 10.3        Invaller

    15. Bij kompetitie-wedstrijden dient het gestelde in Art.X.10.13 2e en 3e lid ook op het wedstrijd-formulier vermeld te worden2.


1
Vertaling WMF reglement
2Aanvulling FNMB



| Top of page | LET OP | Inhoudsopgave
| homepage FNMB |